In de 18e eeuw was het volksgeloof wel van een andere orde dan nu. Destijds geloofde men dat deze overvallen gedaan werden door de mythologische bokkenrijders. Dat waren geesten die op bokken door de lucht reisden. Aanbidders van de duivel!

‍

In werkelijkheid waren de meeste bokkenrijders simpelweg mensen die op zoek waren naar eten. Op het platteland hielden ze strooptochten en voerden ze afpersingspraktijken uit. Het is vrijwel zeker dat het geen georganiseerde bende is geweest, maar eerder meerdere groepjes plunderaars die niet of nauwelijks van elkaars bestaan afwisten. De bokkenrijdersbendes bestonden tot 1798.

‍

Volgens de mythe zouden de bokkenrijders eens per jaar samenkomen op de Mookerheide, ten zuiden van Nijmegen, om de duivel te ontmoeten. Als een beoogd bokkenrijder gevangen werd genomen, stond hem een ander vonnis te wachten dan een reguliere crimineel. In de meeste gevallen kreeg de beklaagde de doodstraf in de vorm van de brandstapel of galg. In totaal zijn zo’n 1200 bokkenrijders terecht gesteld waarvan waarschijnlijk zo’n 500 onschuldig waren.

‍

Interessant is dat de naam Bokkenrijders pas voor het eerst in de 19e eeuw werd genoemd. Sindsdien is het fascinerende verhaal van de bokkenrijders vaak gebruikt in de toneel- en filmwereld. Je kunt het ook kennen uit de Efteling-attractie Villa Volta en de strips van Suske en Wiske. Tot op de dag van vandaag is het een enorm populair onderwerp!

‍