De invoering van kaarten in het voetbal: de primeur was voor Johan Cruijff
De actualiteiten liegen er niet om: het kan zomaar dat er met de blauwe kaart een extra alternatief komt voor de gele en rode kaart. Hoe is dit kaartensysteem ontstaan?
Op 6 november 1966 is het Johan Cruijff die de aandacht op zich vestigt, door als eerste Oranje-international ooit van het veld te worden gestuurd. Het is de tweede keer dat hij ons land vertegenwoordigt. Op de archiefbeelden is het moeilijk te zien, maar Cruijff raakt na een opstootje met een speler de Duitse scheidsrechter in het gezicht. ‘Je spreekt geen Duits en dan ga je met je handen bewegen’, is naderhand zijn uitleg.
‘Ik denk dat Cruijff van het veld wordt gestuurd’, tast commentator Bob Spaak in het duister. Het is allemaal nog nieuw. De dan 19-jarige Cruijff gaat inderdaad van het veld, waar een leger aan fotografen hem aan de rand van het veld op staat te wachten. De KNVB schorst hem meteen voor een jaar.
De ideeën rondom een kaartensysteem zijn in die tijd volop in ontwikkeling. Kenneth Aston neemt de leiding. De Engelsman is tijdens het WK 1966 voorzitter van het scheidsrechtercomité. Het verhaal gaat dat aanvoerder Antonio Rattin in de kwartfinale tussen gastheer Engeland en Argentinië vanwege zijn grote mond van het veld moet. Arbiter Rudolf Kreitlein, een West-Duitser, spreekt natuurlijk geen woord Spaans. Hij staat maar naar de kant te gebaren, hij wappert met z’n handen, terwijl Rattin geen moment aanstalten maakt. Volgens de Argentijn heeft hij niet begrepen wat Kreitlein – toepasselijke naam trouwens - bedoelde. Agenten begeleiden hem van het veld af.
Vier jaar later worden de gele en rode kaart voor het eerst op een groot toernooi gebruikt. De gele voor lichte vergrijpen, waarbij je op het veld mag blijven staan. Bij de rode kaart is de ernst zo groot dat je richting de kleedkamer moet.
Aston zou op de kleur rood zijn gekomen toen hij, hoe kan het ook anders, tijdens een autoritje kwam stil te staan voor een stoplicht. Maar nog belangrijker: door de dan nog gangbare zwartwit-televisie moet voor de kijker goed zichtbaar zijn welke kleur kaart wordt getrokken. Daarom valt de keuze op een donkere en een lichte kleur.
In 1972 lopen scheidsrechters in het Nederlandse voetbal voor het eerst met gele en rode prenten op zak. Pas op 30 mei 1992 voert de wereldvoetbalbond het kaartensysteem officieel voor alle landen in.
Patrick Pothuizen heeft het record op de Nederlandse velden op zijn naam staan met 84 gele kaarten. De laatste pakt hij bij zijn laatste profwedstrijd, tegen Ajax. Hij geeft er in 2022 een vermakelijk interview over op Radio 1. ‘Ik wist dat het mijn laatste wedstrijd zou zijn. Ik had bedacht: ik ga een gele kaart pakken, dan heb ik het record.’ Als hij Luis Suarez aanpakt en geel krijgt, gaat triomfantelijk zijn shirt omhoog. Er prijken een 8 en een 4 op.