Architecten, componisten, schilders en beeldhouwers streden net als de sporters ook om gouden, zilveren en bronzen medailles. In de oudheid was een kunstcompetitie een vast onderdeel van de Spelen. Dat was de reden dat de oprichter van de moderne Olympische Spelen het onderdeel in 1912 introduceerde.

————

Nederland was door de jaren heen niet zo succesvol in dit onderdeel. In totaal wonnen we twee keer goud, een keer zilver en drie keer brons. De twee gouden plakken werden behaald tijdens de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. In de categorie schilderkunst haalde kunstschilder Isaac Israels een gouden medaille met zijn schilderij van een ruiter. Jan Wils haalde in hetzelfde jaar een gouden plak in de architectuur voor het ontwerp van het Olympisch Stadion.

————

Waarom weten we tegenwoordig weinig van dit Olympische kunstonderdeel? Dit komt omdat het IOC het onderdeel graag wil vergeten. De medailles worden vaak niet meegerekend in de overzichten. De kunstcompetities waren niet geheel onpartijdig. De jury werd namelijk samengesteld door het land dat de spelen op dat moment organiseerde. Hierdoor won het organiserende land vaak de meeste kunstmedailles.

————

Bij de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn maakte Duitsland het wel erg bont. Van de 32 te behalen medailles gingen er 12 naar de Duitsers zelf. Nog eens 11 gingen er onder andere naar de nazi-bondgenoten Japan en Italië.

————

Bronnen: @stadsarchief / @olympischstadion

📷1: Muziekkorps @politie_amsterdam tijdens de Spelen.

📷2,5&6: Olympisch Stadion 1928.

📷3: Affiche Olympische Spelen Amsterdam 1928.

📷4: Winnend schilderij van Israëls.

‍