De situatie was nijpend omdat er een groot tekort was aan brandstoffen en voedsel. Limburgs steenkool werd niet aangevoerd omdat het in bevrijd gebied lag en de bezetter eiste bijna alle mogelijke brandstoffen op om te gebruiken voor de oorlogsindustrie.

————

De Algemene Spoorwegstaking die in september was ingegaan, afgekondigd door de Nederlandse regering in Londen, zorgde ervoor dat transport over het spoor flink werd ingeperkt. Hierdoor kwam de voedseldistributie in het geding.

————

In de steden gingen allerlei levensmiddelen op rantsoen en hetgeen te koop was, werd voor exorbitante prijzen verkocht (zie afbeelding zoals de prijzen in Utrecht). De schaarste was soms zo groot, dat mensen genoodzaakt waren om zelfs honden, katten, bloembollen en suikerbieten te eten.

————

Veel mensen trokken fietsend of lopend naar het noorden en oosten van het land om bij boeren eten te verkrijgen. Ze ruilden geld en bezittingen in voor voedsel of huisvesting. Deze mensen werden hongertrekkers genoemd. Pas in maart ’45 kwam er hulp op gang toen er vanuit het buitenland verschillende voedselhulpcampagnes werden opgezet.